De Mol

Uiterlijk van de mol:
De mol is 13 tot 15cm lang en heeft een staartlengte van 2 tot 4 cm het gewicht van de mol is 30 tot 60 gram, het wijfje is iets kleiner dan het mannentje.
De kleur van de mol kan varieren van bruin tot zwart en zoms komt word er een albino mol gevangen.
De haren (pels) van de mol is net fluweel, zeer zacht en glad en heeft geen groeirichting dit ivm het verplaatsen in de gangen.
De mol heeft hele goede tastharen die zich op de punt van de staart en aan de buitenrand van de graafpoten bevinden de mol heeft brede poten met lange nagels die ook erg breed zijn de binnenkant van de poten van de mol zijn naar buiten gericht, dit is om het zand makkelijk naar achteren te werken.
De ontwikkeling van de mol:
De mol plant zich voort in maart tot juni, het wijfje heeft een draagtijd van 3 weken en werpt 3 tot 5 jongen per keer.
De jongen mollen gaan na 6 weken zelfstandig op zoek naar voedsel, enige tijd later worden de jonge verdreven door de moeder uit haar teratorium.
Maar 40% van de jonge mollen overleeft het eerste levensjaar, dit omdat de mol veel natuurlijke vijanden heeft zoals de vos, reiger, katten.
Ook omdat de jongen mollen zich bovengronds verplaatsen zijn ze een makkelijke prooi.
De leeftijd van de mol kan oplopen tot zo 3 jaar.
De leefwijze van de mol:
De mol is een teratoriumdier met een eigen gangenstelsel, er kunnen wel tot 20 mollen per hectare leven.
De mol voelt zich het meest op zijn gemak op humusrijke gronden.
De gangen die de mol graaft graaft hij met zo 15meter per uur  dit het lieftst in losse grond, mollen kunnen behalve goed graven ook uitstekend zwemmen en klimmen.
De mol leeft van wormen, torretjes, insectenlarven die het gangestelsel (rit) vallen, de mol loopt een aantal keer per dag het gangestelsel door om ze op te eten, de mol behoort tot de insecteneters.
Mollen kunnen zich ook achterwaarts door de rit verplaatsen.