Dit artikel is gekopieerd van tuinadvies.nl
Mollen vangen: voorkomen, afschrikken, levend vangen of doden.
Tuin en gazon liggen er piekfijn bij tot de schrik van elke tuinliefhebber opduikt. Mollen verschijnen overal waar je ze net niet graag ziet verschijnen: in het gazon, de moestuin,
voetbalvelden, pas gezaaide percelen,…
Een mol (Talpa europea) kan oppervlakkig gangen graven met een snelheid van 12 tot 15 meter per uur en dit in zijn territorium van ongeveer 400 m². Gedurende 1 jaar kan een mol een
totale hoeveelheid molshopen van ruim 3000 kilo aarde in de tuin omhoog drukken.
Mollen vertonen zich snel in humusrijke grond waarin ze gemakkelijk veel voedsel in de vorm van regenwormen en andere bodeminsecten terug vinden. Gelukkig leeft de mol solitair en
hebben we dus meestal maar een diertje per territorium te bestrijden. Het meeste last van mollen zullen we ondervinden in maart – april als de mannetjes hun gangenstelsels verlaten en
op zoek gaan naar de vrouwtjes. Daarna kennen we nog eens een verhoogde mollenactiviteit rond eind juni als de jongen hun moedernest verlaten.
In tegenstelling tot Duitsland is de mol in België en Nederland niet wettelijk beschermd.
We zetten graag alle methodes om mollen te bestrijden voor u eens op een rijtje.
Preventief / voorkomen
Verjagen / afschrikken
Levend vangen
Doden
Preventief / voorkomen van mollen
Sterk geurende planten
Een groot aantal planten verspreidt een geur waar de mol niet van houdt. Een mollenvrije tuin kan niet worden gegarandeerd, maar het is het proberen waard.
Keizerskroon (Fritillaria imperalis), een 80 tot 100 centimeter hoge plant uit de leliefamilie. De grote vlezige stinkende bollen moeten in groepjes om de acht meter rond de tuin
worden geplant.
Kruisbladwolfsmelk (Euphorbia lathyrus), die 80 centimeter tot anderhalve meter hoog kan worden. Ook woelratten en veldmuizen houden niet van de geur van de wortels.
Let op: alle planten van de wolfsmelkfamilie zijn giftig.
Gaas
U kunt een gedeelte van de tuin of uw serre ontoegankelijk maken door fijnmazig kippengaas of vogelgaas in te graven. De mol gaat gemakkelijk door de mazen van gewoon kippengaas heen. Het gaas moet tot op het grondwater worden ingegraven.
Als het ingraven van gaas op problemen stuit, kan worden geprobeerd om de mol af te schrikken, zodat hij op zoek gaat naar een ander jachtgebied.
Mollen verjagen / afschrikken
Naast het gehoor is ook de reukzin van de mol zeer goed om ondergronds prooien te kunnen lokaliseren. U kunt mollen uit de kwetsbare delen van de tuin houden met geuren
en geluiden waar de mol niet van houdt.
Geurmiddelen
In de gangen leggen van stukjes ajuin / knoflook. Er zijn ook natuurlijke mollenbollen te verkrijgen die de mollen op afstand houden.
Mottenballen = kamferballen in de gangen stoppen zou helpen om de mollen te verjagen.
Een in terpentijn of ammoniak gedrenkte doek in een mollengang stoppen.
Mogelijk effectiever is het leggen van een sterk geurend product dat te koop is in elk tuincentrum. Dit verspreidt gedurende zes tot acht weken voldoende stank om de mol op andere
gedachten te brengen en de tuin voortaan te mijden. Deze methode moet u direct toepassen als de eerste molshopen zichtbaar worden. Zodra de mol meerdere gangen heeft gegraven
neemt het effect van de afschrikactie af. De geur verspreidt zich dan over zoveel meters gang dat de geur teveel verdunt.
Geluid
De mol heeft een uiterst sterk gehoor om hun prooien te kunnen horen bewegen. Ze hebben dan ook een hekel aan alle andere voor de mol storende geluiden en hoge tonen. Hier kunt u
gebruik van maken om de mol te verjagen.
In de winkel zijn apparaten (die werken op batterijen) te koop die trillingen veroorzaken. Naast de mol ook veldmuizen en woelratten op een afstand houden.
Voor de professionele markt (sportclubs, gemeentes en bedrijven) zijn er mollenverjagers met zonnepanelen verkrijgbaar, die een gebied van maximaal 800 m2 molvrij kunnen houden. Elke twintig seconden wordt een voor mollen onaangenaam geluid (hoge tonen) uitgezonden.
Mollen levend vangen
U kunt mollen vangen met vangsystemen. De meeste kans op succes heeft u als u een kooi of een mollenvang koker in een loopgang plaatst die recent veel wordt belopen. De mol wordt gevangen als hij tegen een klepje aanloopt zodat er achter hem een deurtje dicht slaat. De mol kan dan ergens anders worden vrijgelaten. Controleer geregeld de vangkooien om de gevangen mol snel uit zijn benarde positie te bevrijden zodat deze na enkele uren niet het leven laat door de stress. Anderzijds moet je ook regelmatige controle uitvoeren omdat een mol niet langer dan 12 uren zonder eten in leven kan blijven. Laat de gevangen mol los op een plek waar hij
weinig kwaad kan doen.
Mollen doden
We kunnen de mol ook uit zijn gang scheppen als we deze zien graven. Trap daarvoor alle bovengrondse loopgangen en molshopen plat. Daarna moet je geduld oefenen en in alle stilte wachten tot de mol zich weer aan het graven zet. De meeste kans om mollen te zien graven heb je om 8 uur, 13 uur en tussen 18 en 19 uur. Als je een molshoop ziet bewegen ga je er heel langzaam met een spade in de hand naartoe. Dit doe je traag en zo stil mogelijk (op kousenvoeten). Dan wacht je een vijftal minuten tot de mol terug grond omhoog begint te duwen. Op dat moment steek je de spade zo hard als je kunt in de hoop/loopgang en je gooit de mol + grond omhoog. Soms leeft de mol nog. Als je hem wilt laten leven dan zorg je ervoor dat je hem snel in een emmer kunt steken.
Ben je niet snel genoeg dan zal hij zich zeer snel terug ingraven. Let wel op raap de levende, bange mol niet zomaar vast want hij heeft enorm scherpe tandjes waarmee hij diepe,
slecht genezende wonden in de vingers kan aanbrengen.
Mollenklemmen, die de mol doden. Mollenklemmen moeten zo zijn afgesteld dat ze de mol direct doden, zodat onnodig lijden wordt voorkomen. De meest geschikte gangen zijn de regelmatig belopen, oppervlakkige gangen. Open voorzichtig de bovenkant van de gang. Steentjes, stukjes graszode,… verwijderen. Voel met uw vingers welke de looprichting van de gang is. Steek de opgespannen klem voldoende diep in de gang. Maak daarna de opening dicht anders voelt de mol de luchtstroom. Doe dit met behulp van kluiten aarde en werk af door er gewone grond zachtjes overheen te strooien. Al is hij ‘zo blind als een mol’ toch mag hij geen zonlicht waarnemen anders weet hij al op voorhand dat er iets niet pluis is.
De grote fout die hier zeer vaak gemaakt wordt is dat de klem onvoldoende diep wordt gestoken. Indien onvoldoende diep kruipt de mol eenvoudigweg onder de klem door en slaat deze niet dicht.
In de winkel zijn er ook rookpatronen op zwavelbasis te koop. Zorg ervoor dat alle mollengangen goed zijn afgesloten en steek daarna een patroon aan in een ingang. Het gas verspreidt
zich in de gangen en doet de mol sterven.
Let wel op dat je zelf niet met de gas in contact komt want de gas is tevens giftig voor mens en andere zoogdieren, zoals honden en katten.
Met veel geluk gebeurt het wel eens dat een kat zeer goed is in het vangen van mollen.
Als laatste methode kunt U hulp inroepen van een professionele mollenvanger die tegen betaling uw tuin mollenvrij maakt.
Enkele tips:
Molshopen kunt u het beste zo snel mogelijk weer naar beneden drukken. Druk dan het midden van de molshoop omlaag, zodat de gang weer wordt opgevuld. Probeer niet alle aarde
terug te duwen want dit lukt toch niet. Hark de overgebleven aarde fijn open over het gazon.
Mollen hebben ook hun positieve kantjes. De mol eet allerlei beestjes, hoofdzakelijk regenwormen maar ook larven die ondergronds van plantenwortels leven, zoals
engerlingen (meikeverlarven) en emelten (larven van langpootmug). Mollen eten eveneens veel slakken. Bovendien beluchten ze de grond en zorgen voor een natuurlijke drainage.
Enkele weetjes:
Mollen zijn altijd zwart uitzonderlijk treft men ook wel eens een albino exemplaar aan.
Albino mol
Volgend artikel las ik in een Nederlands dagblad toen ik daar op vakantie was (het was geen 1 april)
Een unieke oranje mol heeft het in het Belgische Scherpenheuvel niet overleefd. Het beestje kwam in een klem terecht. ‘Mijn grasveld wordt volledig ondersteboven gehaald’, vertelt bewoner Michel. ‘Ik heb klemmen gezet, waarin de oranje mol is beland. Omdat hij nog niet dood was, heb ik hem uit zijn lijden verlost.’ Normaliter zijn mollen zwartgrijs. De faculteit diergeneeskunde van de Universiteit in Utrecht is bekend met witte mollen. ‘Maar we horen voor het eerst over een oranje exemplaar’, aldus een zegsman. Hij houdt het op een speling der natuur.
Weerspreuken ivm mollen:
Stoot de mol in Januaar,kijk van kou in mei niet raar.
Zijn er januari veel mollen, dan laat de winter niet met zich sollen
Maakt de mol veel hopen, dan zal de regen lopen.